Nationale Inkeer

Het wordt een gewoonte om te spreken over gebeden voor “nationaal berouw”.

Op de eerste mei van dit jaar (2010), kwam een grote groep mensen samen in het Lincoln Memorial in Washington DC om te bidden voor berouw “ten bate van het Amerikaanse volk”. Ik herinner  me, opgroeiend in Z-Afrika, de vele keren dat de overheid nationale dagen van gebed en berouw afriep, in de hoop dat God regen zou zenden in de droge periodes.  Kort na de val van de Apartheid baden vele gemeenten, groepen en individuen om berouw voor de zonden uit het verleden van de natie. Velen hebben om berouw gebeden wegens de Holocaust onder Hitler. En de lijst is lang.

Maar is dit een Bijbels idee?

Het antwoord is kortaf nee – er zijn heel wat problemen met deze manier van denken. Een eerste zaak is dat inkeer iets is dat moet getoond worden, en niet afgebeden. Elke dag stijgen miljoenen gebeden op naar God waarin mensen bidden om inkeer. Het grootste deel ervan is tijdverspilling omdat deze gebeden niet de intentie hebben om hun handelen, hun levensstijl  of gewoontes te veranderen. Inkeer draait om daden, niet om woorden. Het woord zelf betekent een verandering van gedachten en oriëntering. Je kan op een pad wandelen en honderd keren zeggen dat je de verkeerde richting opgaat, maar zolang je geen u-bocht maakt, stopt met het wandelen in die richting en begint te wandelen in de juiste richting, zal er niets gebeuren. Zo simpel is dat.

Johannes de Doper zei tegen de Farizeeërs die naar hem waren gekomen om hem te zien dopen:  “Brengt dan vrucht voort, die aan de bekering beantwoordt” (Mat. 3:8). Paulus zei over zijn zending naar de heidenen: “dat zij met berouw zich zouden keren tot God en werken doen met hun berouw in overeenstemming” (Hand. 26:20). Jesaja zei: “De goddeloze verlate zijn weg en de ongerechtige man zijn gedachten, en hij bekere zich tot de Here, dan zal Hij zich over hem ontfermen – en tot onze God, want Hij vergeeft veelvuldig” (Jes. 55:7). Dus geen enkel gebed tot inkeer is van waarde als het niet wordt vergezeld van daden. Ondanks de vele gebeden van inkeer die voor de naties worden gebeden worden de naties nog zondiger, de gebeden hebben dus duidelijk geen uitwerking. 

Ten tweede is er niet zo iets als inkeer “bij volmacht”. Dit betekent dat je niet tot inkeer kan komen voor iemand anders, of hij nu leeft of dood is. Niemand dan alleen Hitler zelf kan tot inkeer komen over de dingen die hij heeft gedaan – en hij kan het niet meer omdat hij dood is en het dus te laat is voor hem. Je kan berouw tonen over je familie zoveel als je wil, maar zolang zij niet individueel en persoonlijk tot inkeer komen zal er niets gebeuren. We kunnen niet tot inkeer komen voor onze familie, onze gemeente, en zeker niet voor een natie.

Zonde is persoonsgebonden.  Als we zondigen is ieder die zondigt schuldig aan die zonde, en iedereen moet zelf tot inkeer komen. Men kan argumenteren dat Israël als natie zondigde toen ze weigerden de Jordaan over te steken (Num. 14). Toch werden de twee individuen die niet instemden met de meerderheid gered en gingen het Beloofde Land binnen. Was God dan met hen bezig als natie of als individu? Duidelijk als individu; Jozua en Caleb zouden anders moeten boeten met de rest van de natie mocht God hen als groep behandelen. Toen God de aarde vernietigde met de Zondvloed werd de rechtvaardige Noah en zijn familie gered. Dat gebeurde ook in Sodoma. Dus ook in het Oude Verbond was God’s oordeel op individuele basis.

Ten derde, God gaat niet om met naties maar enkel met individuen. Jezus stierf niet voor Amerika of Engeland – Hij stierf voor iedereen persoonlijk. De enige natie waar God een relatie mee had was Israël. Maar Jezus stierf zelfs niet voor Israël. Al de verzen die worden geciteerd als voorbeelden van God’s beloften of  handelen met een natie hebben betrekking op Israël, en kunnen niet voor enige andere natie opgeëist worden. Wanneer Israël uiteindelijk terugkeert tot God (Rom. 11:26) zal elke Jood ook zelf een persoonlijke beslissing moeten nemen. Israël zal niet worden gered door een beslissing van de regering maar door het cumulatief effect van de persoonlijke inkeer van elke Jood. We dienen duidelijk te stellen dat de Joden uiteindelijk zullen gered worden, niet omdat ze Joden zijn, maar omdat ieder van hen persoonlijk heeft geloofd in de Here Jezus Christus.

Een van de favoriete verzen die wordt gebruikt door degenen die het idée van Nationale Inkeer promoten, is 2 Kronieken 7:14: “en mijn volk waarover Mijn naam is uitgeroepen, verootmoedigd zich en zij bidden en zoeken mijn aangezicht en bekeren zich van hun boze wegen, dan zal Ik uit de hemel horen, en hun zonde vergeven en hun land herstellen”. Deze belofte is heel specifiek – het is aan “ mijn volk waarover Mijn naam is uitgeroepen”. Is Z-Afrika, of Duitsland, of Amerika God’s volk? Blijkbaar niet. Over welk land wordt de naam van God uitgeroepen? Geen enkel- tenzij Israël. Dit vers heeft dus niets te maken met een ander land dan Israël. Het enige volk die aan beide voorwaarden voldoet zijn de Christenen. Zij zijn het volk van God (Rom. 9:25, 1Joh. 3:1-3, 1Pet. 2:10). En ze worden naar Zijn naam genoemd (Hand. 11:26, 1Kor. 12:12).

Je kan dus dit vers niet toepassen op de Christenen, omdat hun Land niet hersteld moet worden. Het land van de Christenen is het Nieuwe Jeruzalem en dat is perfect. We zijn hier maar vreemdelingen en bijwoners (Heb. 11:13, 16).  Het dikwijls geciteerde vers in 2Kronieken 7:14 is maar op één natie van toepassing en dat is Israël, en zelfs deze belofte is uitgesteld, daar Israël het offer één keer te veel heeft geweigerd.

Moeten we dan niet bidden voor naties? Ja we kunnen dat doen maar er is maar één geldige manier om dat te doen en dat is dat mensen individueel tot geloof in Jezus Christus en tot inkeer zouden komen. Omdat we dikwijls te lui zijn om individuen bij naam te noemen voor de Troon van Genade, vervallen we tot die all-in gebeden: “Here red de Chinezen”,”Here help de armen” of “Here wees bij hen die gevangen zitten”. Wat voor betekenis heeft dat? Ik wil niet ongevoelig zijn, maar dat betekent absoluut niets.

We kunnen als Christenen het verschil maken, maar het begint daar waar je bent. Bidt voor elk van je ongeredde familieleden; bidt voor hen die je van naam kent – je collega’s, buren en anderen waar je contact mee hebt. Bidt vooreerst dat de Here je wil helpen hen te tonen wat het wil zeggen om een echte Christen te zijn. Bidt vervolgens dat de Here hun harten warm zal maken voor het evangelie en hen tot inkeer wil brengen.  Bidt tenslotte dat de Here voor jou een gelegenheid zal creëren om je Hoop met hen te delen en dat Hij je de moed en de wijsheid zal geven om dit goed te doen. Doe dit totdat Jezus wederkomt. Ja dat is heel wat moeilijker dan te bidden “Here redt de verlorenen”, maar dat is onze opdracht; al de rest is een manier om niet te doen wat moet gedaan worden.